COLUMN Tegenstroom | De magie van het pijltje
Wat is dat toch met darts? In coronatijd leek de sport – oh ja, het is een sport – de mensen naar het tv-toestel te zuigen. En eens het virus uit de hoofden verdween is het spelletje – oh ja, het is ook een spelletje – dat niet. Dit weekend strijden de toppers op het podium van de Oktoberhallen in Wieze op de Belgian Darts Open en de zaal was op voorhand uitverkocht. Achttienduizend toeschouwers verspreid over vrijdag, zaterdag en zondag om zich te laven aan kerels met bonkige, soms brute bijnamen in – geef maar toe – enorm lelijke poloshirts.
Zou het terug te brengen zijn tot brood en spelen? Zou het zo simpel zijn? Het kan wel, want veel heb je er niet voor nodig. Verstand op nul, whisky’tje of twee in de maag en bollepiepers opengesperd, geen seconde wijkend van de blok met de ringen om enkele, dubbele en trippele punten te scoren. Groot, klein, jong, oud, man, vrouw, het Engelse darts kan iedereen bekoren. Ze kunnen er iets van aan de overkant van de Noordzee, ze vonden er ook het andere volksspel bij uitstek, voetbal, uit. En wij verfijnden het. Met darts is dat nog lang niet het geval. Daar zijn onze noorderburen vooralsnog een pak beter in. Op Dancing Dimi na dan.
De flight is belangrijk. Dat toont topper Snakebite, of Peter Wright – altijd met hanenkam – regelmatig. Hij wisselt namelijk meer van flight dan van onderbroek. De flight is het plastiekje dat achteraan op het pijltje zit. Het begeleidt de tocht naar het dartsblok wanneer de speler zijn pijltje lost. Zoals bij elke andere sport zit het allemaal in de details. Goed te begrijpen ook, want die mannen verdienen er kluiten mee. Miljoenen! Het is nog niet te laat om al uw kinderen te leren darten. Ze gaan er ver mee komen, want overal ter wereld valt er iets te rapen voor wie overweg kan met drie vogelpikskes! En maar 180 roepen. En rare polo’s kopen. En pinten drinken. Zoals de Engelsen…
(Redactioneel: 'TROS Radionieuws en driestroom.be)